In deze cursus behandelen we veertien leiders uit de moderne geschiedenis. Het gaat om uitleenlopende personen waarvan we meer over hun psychologische achtergrond willen weten.
Wilhelm II werd geboren in 1859 als kleinzoon van de toenmalige Pruisische koning Wilhelm I, die later de eerste Duitse keizer zou worden. De jonge prins had een moeizame jeugd. Niet alleen was hij gehandicapt, maar ook had hij een bijzonder slechte relatie met zijn moeder.
In 1888 volgde Wilhelm zijn vader op, waarna er dertig grillige regeringsjaren zouden volgen. De geldingsdrang en het onvoorspelbare gedrag van Wilhelm II zorgden voor bizarre situaties die impact hadden op de politiek van zijn tijd. De wapenwedloop met Groot-Brittannië, de Daily Telegraph-affaire en de Eerste Wereldoorlog zijn er voorbeelden van.
Het boek ‘Wilhelm II, de laatste Duitse keizer’ van biograaf Christopher Clark staat in dit college centraal. Duitsland-deskundige Patrick Dassen, hoogleraar aan de Leiden Universiteit, verleent aan dit collegedeel zijn medewerking.
Toen koningin Wilhelmina op 6 september 1898 op achttienjarige leeftijd werd ingehuldigd, was zij praktisch de enige vrouw in de Nieuwe Kerk. Niettemin maakte zij indruk op vrijwel alle aanwezigen omdat ze het staatshoofd was. Het leven van Wilhelmina wordt gekenmerkt door wilskracht, afstandelijkheid en doorzettingsvermogen. Ze was een dominante vrouw die de baas was. Tegelijkertijd ontdekte ze waar haar politieke grenzen lagen – hetgeen voor frustratie zorgde. Haar leven lang zag zij zichzelf als een voorbestemd persoon met een goddelijke taak. In de Tweede Wereldoorlog werd ze de populairste Oranje ooit, maar Wilhelmina wist na terugkomst niet echt wat ze met die populariteit moest doen.
De boeken ‘Wilhelmina, de jonge koningin’ en ‘Wilhelmina, krijgshaftig in een vormeloze jas’ van biograaf Cees Fasseur (1938-2016) vormen de grondslag voor dit college. Historica en koningshuisdeskundige Reinildis van Ditzhuyzen is over de koningin ondervraagd.
In de periode tussen de twee wereldoorlogen zien we de opkomst van twee dictators. De eerste is Jozef Stalin, een Georgiër van eenvoudige komaf die in de Sovjetunie de opvolger van Vladimir Lenin zal worden. Stalin – letterlijk vertaald ‘man van staal’ – klimt op in de rangen van de communistische partij en schakelt begin jaren twintig al zijn tegenstanders uit. Er volgen jaren van terreur, waarbij mensen met afwijkende meningen worden gedood of naar Siberië worden gestuurd. Het land wordt in hoog tempo geïndustrialiseerd. De Tweede Wereldoorlog is voor Stalin een periode van onzekerheid, onder meer omdat de Sovjetunie door nazi-Duitsland bijna onder de voet wordt gelopen. Toch weet hij de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ te winnen, waarna hij als volksheld te boek komt te staan. Pas na zijn dood (1953) wordt zijn jarenlange schikbewind onderkend.
Voor het collegedeel over Stalin gebruiken we het boek ‘Stalin, de biografie’ van schrijver Oleg Chlevnjoek. Stalindeskundige Erik van Ree van de Universiteit van Amsterdam verleent zijn medewerking aan dit college.
De tweede dictator die de interbellumjaren domineert is Adolf Hitler, ook iemand die een moeizame jeugd had. Hij groeide op in een Oostenrijkse grensplaats, waar hij vrijwel dagelijks getuige was van zijn vaders ongedurige gedrag en diens woedeaanvallen. De gewelddadige gezinssituatie zou volgens velen van invloed zijn op Hitlers karaktervorming, het is iets waar biograaf Willem Melching een andere mening over heeft.
Miskenning is een ander onderdeel. Zo werd Hitler in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog niet gewaardeerd als kunstschilder en kwam hij in 1918 berooid terug van het front. De mislukkeling vond zijn weg in de politiek, met alle gevolgen van dien.
Voor het deel over Adolf Hitler verleent diens biograaf, historicus Willem Melching zijn medewerking. Zijn boek met de titel ‘Hitler: opkomst en ondergang van een Duits politicus’ vormt de basis voor dit gedeelte van de cursusavond.
Na de Tweede Wereldoorlog komen de Verenigde Staten en de Sovjetunie steeds vaker tegenover elkaar te staan, hetgeen resulteert in de Koude Oorlog; een 40-jarige periode met vele spelers. In dit college stellen we Fidel Castro en John F. Kennedy centraal. Allereerst de Cubaanse socialist die opgroeit in een rijk boerengezin en in zijn studententijd uitgroeit tot een van de vooraanstaande politieke figuren in zijn land. Nadat Castro in 1958 dictator Batista verjaagt, vestigt hij een communistische dictatuur op Cuba. Inzake de Koude Oorlog ‘beleeft’ hij zijn hoogtepunt tijdens de Cubacrisis, waarbij het bijna tot een derde wereldoorlog komt. Volhouder Fidel weet in de decennia daarna zijn macht te consolideren. Na de val van de Berlijnse Muur blijft het eiland socialistisch. Castro overlijdt in 2016 op 90-jarige leeftijd.
Met massapsycholoog en Cuba-kenner Jaap van Ginneken kijken we in dit college naar de Werdegang van Castro, Het boek ‘Fidel Castro, een biografie’ van José de Villa en Jürgen Neubauer vormt de leidraad voor dit collegedeel.
John F. Kennedy is tijdens de Cubacrisis van 1962 de tegenpool van Castro. Sinds een paar jaar is de jonge democraat president van de VS. Hij heeft een rijk en succesvol leven achter de rug. In die zin hebben Kennedy en Castro overeenkomsten. Net als de Cubaan groeide hij op in een bevoorrechte positie, zij het als zoon van een bekende politicus en steenrijke zakenman.
De jonge Kennedy werd grootgebracht in een gezin van negen kinderen, een situatie waaraan hij mogelijk zijn pragmatische politieke houding te danken heeft. Daarnaast heeft hij een zeer hoog IQ, maar moet hij ook leren leven met een slopende rugziekte. Kennedy wordt in 1963 in Dallas vermoord.
Aan het collegedeel over John F. Kennedy verleent historicus en Amerika-expert Maarten van Rossem zijn medewerking. Hierbij staat het boek ‘An Unfinished Life: John F. Kennedy, 1917-1963’ van biograaf Robert Dallek centraal.
Voor Nederland is Desi Bouterse een van de hoofdfiguren uit de tijd van de dekolonisatie, een periode die tussen 1945 en 1999 plaatsvindt. Het leven van Bouterse kenmerkt zich door behendigheid en pragmatisme. Na een aantal jaren in de krijgsmacht te hebben gezeten keert hij terug naar Suriname om daar in het nieuwe leger plaats te nemen.
Bouterse grijpt in 1980 de macht en wordt vervolgens een niet weg te denken factor in de Surinaamse politiek. De Decembermoorden van 1982 vormen een triest dieptepunt, maar ook andere zaken zoals de Binnenlandse Oorlog en de Telefooncoup vormen dieptepunten. Bouterse wordt in Nederland bij verstek veroordeeld voor drugshandel, maar wordt in 2010 gekozen tot president.
Pepijn Reeser is de schrijver van de biografie ‘Desi Bouterse’. Deze journalist en geschiedkundige verleent zijn medewerking aan dit collegedeel.
Een andere belangrijke figuur uit de tijd van de dekolonisatie is Nelson Mandela. De Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder wordt geboren als zoon van een stamhoofd, als onderdeel van het Xhosa-volk. Hij wordt advocaat en merkt dat hij zijn beroep moeilijk kan uitoefenen vanwege de apartheid. Mandela groeit uit tot een pleitbezorger van gelijke rechten van de donkere Zuid-Afrikanen en schuwt geweld tegen het regime niet, waardoor hij uiteindelijk wordt veroordeeld tot levenslang. Mandela zit 27 jaar vast op Robbeneiland, een gevangeneneiland voor de kust, en komt 1990 vrij. Daarna lukt het om samen met president Willem-Frederik De Klerk het apartheidsregime te begraven. Mandela komt te boek te staan tot een op verzoening en vergevingsgezinde figuur, onder meer voor zijn omstreden echtgenote Winny Mandela.
Voor dit collegeonderdeel is Zuid-Afrika- en Mandela-kenner Bart Luirink ondervraagd. Hij werkt onder meer voor ZAM Magazine en was jarenlang correspondent in het land. De autobiografie ‘Een lange weg naar de vrijheid’ van Mandela wordt ook gebruikt.
Ronald Reagan was president van de Verenigde Staten tussen 1981 en 1989. Gedurende de jaren tachtig wist hij de economie van het land weer draaiende te krijgen en lukte het hem om een einde te maken aan de Koude Oorlog. Reagan stond bekend als een persoon die zich snel wist aan te passen aan situaties. Immers, zijn jeugd in het Middenwesten kende vele verhuizingen, waardoor hij leerde zich flexibel te gedragen. Na een acteercarrière en periode als promotor van General Electric, stapte Reagan de politiek in, waar hij zich ontwikkelde tot een conservatief. Tijdens zijn presidentschap werden zijn toespraken en publieke optredens geroemd, en kreeg hij de bijnaam the great communicator.
Met communicatiespecialist en Amerika-kenner Kay van de Linde kijken we naar het optreden en karakter van Ronald Reagan. Voor dit collegeonderdeel nemen we het boek ‘Reagan, de biografie’ van schrijver H.W. Brands ter handen.
Na Reagan komen er vier opvolgers die voortborduurden op diens beleid en stijl. Pas met de komst van zakenmanpoliticus Donald Trump wordt er weer een nieuwe vorm van regeren en politiek maken gerealiseerd. Trump komt uit een rijk vastgoedgezin in New York. Dankzij een investering van zijn vader kon hij zijn eigen vastgoedconcern beginnen. Hij werd multimiljardair en een populaire tv-persoonlijkheid. In 2016 deed hij met succes een gooi naar het Amerikaanse presidentschap. Sindsdien heeft de wereld hem leren kennen als een onberekenbaar staatshoofd, dat vriend en vijand weet te verrassen met zijn gedrag en beleid.
Het collegedeel over Donald Trump krijgt bijval van Amerikadeskundige en journalist Charles Groenhuijsen. Met hem kijken we naar de afgelopen tijd, blikken we vooruit en spreken we over Trumps karaker. Zijn boek ‘President Donald Trump, iedereen houdt van mij’ en de biografie ‘Trump’, van Michael Kranish en Mart Fisher, horen bij dit college.
Een van de bekendste naoorlogse Nederlandse premiers is Joop Den Uyl. De PvdA’er was van huis uit een protestant, die in een Hilversums gezin groot gebracht werd. Hij ging economie studeren en werd actief binnen de SDAP en – later – de PvdA. Na wethouder te zijn geweest in Amsterdam en economieminister te zijn geweest in Den Haag, won hij als PvdA-leider de Tweede Kamerverkiezingen van 1973. Het kabinet Den Uyl werd gevormd, met een bevlogen premier. Hij botste geregeld met dat van CDA-voorman en vicepremier Dries van Agt. Mede daardoor kwam in 1977 het tweede kabinet Den Uyl er niet.
Met Den Uyl-biografe Anet Bleich bekijken we de karaktertrekken van de oud-premier en welke rol dit heeft gespeeld in zijn politiek. Zij scheef het boek ‘Joop den Uyl 1919-1987: dromer en doordouwer’.
Als burgemeester van Amsterdam was Eberhard van der Laan geliefd onder veel burgers en gevreesd door zijn ambtenaren. De PvdA’er putte inspiratie uit Den Uyl, maar ook uit partijgenoot Jan Schäfer. Functioneel boos worden, het sluiten van allianties en het gebruik van ‘hard en zacht’ waren Van der Laan (net als zijn leermeester Schäfer) niet vreemd. Daarnaast had de burgemeester oog voor gewone mensen en representativiteit. Als zoon van een huisarts in het dorp Rijnsburg was Van der Laan geleerd verantwoordelijkheid voor anderen te dragen. Tegelijkertijd was hij een allesdoener die gedurende zijn leven wisselde tussen het juridische en politieke bedrijf.
Auteur Kemal Rijken schreef het boek ‘Van der Laan, biografie van een burgemeester’. Met hem doorlopen we dit collegedeel en kijken we naar de persoonlijkheid die Van der Laan was.
‘Joden zijn altijd in gevaar’, zei Benjamin Netanyahu’s vader tegen zijn zoon. Vader Netanyahu, die een belangrijk historicus in Israël en de VS was, vond dat het Joodse volk zich altijd moest beschermen. Deze visie heeft het latere handelen en politiek van de langstzittende premier van Israël mede bepaald. Tegelijkertijd heeft hij een leven gehad met grote tegenslagen, zoals de dood van zijn broer Yoni. Benjamin Netanyahu is sinds de jaren negentig een van de belangrijkste politici van Israël en heeft het land als premier (1996-1999 en 2009- ) gevormd. Maar wat schuilt er achter deze politicus, die ook als dominant en populistisch te boek staat?
Salomon Bouman is was NRC-correspondent in Israël en schrijft columns voor Jonet.nl. Hij kent het levensverhaal van Netanyahu goed. Bouman verleent zijn medewerking aan dit college. De biografie die als basis hiervoor dient is ‘The Netanyahu Years’ van Ben Caspit.
De Russische president Vladimir Poetin behoort tot de zogenoemde ‘autoritaire leiders’ van de 21ste eeuw; geboren in een gewoon Russisch gezin, opgegroeid in de Sovjetunie. Al op jonge leeftijd heeft Poetin interesse in de staat. Hij gaat in opleiding bij de geheime dienst KGB en wordt als medewerker in de DDR geplaatst. Na de val van de Sovjetunie klimt hij op in het stadsbestuur van Sint Petersburg. In 1999 volgt hij de zieke president Boris Jeltsin op, waarna hij een nieuwe weg inslaat met Rusland. Gaandeweg ontstaat het Poetinisme, een ideologie waarin het Russische nationalisme en de heimwee naar de Sovjettijd de boventoon voeren. Poetin ontpopt zich als een dominante leider wiens persoonlijkheid de staat vormt.
Voor dit collegedeel nemen we het boek ‘De nieuwe tsaar, de weergaloze opkomst en heerschappij van Vladimir Poetin’ van auteur Steven Lee Myers als uitgangspunt. Ruslanddeskundige Hubert Smeets verleent zijn medewerking.
Deze cursus is laagdrempelig, maar ervaring met hoorcolleges en het werken met Engelstalige teksten zijn een pre. Voor meer informatie hierover, neem dan contact met ons op. Wij staan open voor alle vragen. De cursus beslaat zeven avondvullende bijeenkomsten. Hiervoor betaalt u 499 euro excl. btw.
Belangrijk om te weten: aanschaf van de boeken is niet verplicht.